Het edelhert

Het edelhert is een hertensoort die in de natuur voorkomt in Europa, Azië en Noord-Amerika. Het is door een Engelse kolonist ingevoerd in Australië en Nieuw-Zeeland waar zich nu de grootste hertenkwekerijen bevinden.

Het mannelijke edelhert wordt bok of hert genoemd en het vrouwelijke edelhert een hinde, de jongen zijn kalveren en de jaarlingbokken worden spiesbokken genoemd, dit naar de vorm van hun gewei.
In de zomer zijn de dieren roodbruin en ’s winters eerder grijsbruin. Alleen de kalfjes zijn gevlekt, de vlekken verdwijnen na 6 maanden.

Het gewei

Elk jaar, rond maart-april wordt het gewei afgeworpen waarna meteen de groei van een nieuw gewei start, dit duurt ongeveer 100 dagen, dus zowat de ganse zomer, dit heet het bastgewei dat bestaat uit levend en zacht weefsel dat fijn behaard is. Tijdens deze periode is het gewei zeer gevoelig. De geweigroei valt samen met het krijgen van de dieren hun zomervacht. Als het gewei in juni volgroeid is stopt de bloedtoevoer en begint de bast (fluwelen beharing) af te sterven, dat geeft jeuk en de bokken beginnen met het vegen van hun gewei. Ze schuren hun gewei langs takken, struiken of palen om de voor hen vervelende loshangende bast kwijt te raken. Zo blijft alleen een keihard gewei over, wat hun verdedigingswapen is in de gevaarlijke bronsttijd. Bij ons worden die geweien dan afgezaagd om geen schade te hebben bij de hindes of bij onszelf.

Bronsttijd

De bronsttijd begint half september tot eind november. De bokken laten luide kreten, burlen genaamd. In de natuur lokken ze hier mee de hindes en laten ze aan andere bokken weten dat ze niets met hen te maken willen hebben. Tijdens die drukke bronst periode verliezen de bokken veel lichaamsgewicht. Ze eten veel minder door gebrek aan tijd. Ze houden voortdurend de hindes in het oog en drijven die terug in één groep als er zich een paar zouden afzonderen. Daarom ook worden hun geweien afgezaagd, anders bestaat de kans, dat de hindes dodelijk getroffen worden door het vlijmscherpe gewei.

De kalfjes

Na een dracht van +/- 8 maand worden de meeste kalfjes eind mei/begin juni geboren. Vlak voor de geboorde zal de hinde zich terugtrekken uit de groep om op een afgelegen en/of beschutte plek haar kalf ter wereld te brengen. Na de geboorde wist de hinde alle sporen uit. De vacht van de kalfjes is gevlekt, dit is een natuurlijke camouflage. De vlekken verdwijnen volledig na +/- 6 maanden. De eerste dagen blijft het kalfje alleen en stil in het gras liggen, wat ook een natuurlijk instinct is als bescherming tegen roofdieren. Het is net of het kalfje dood is en wanneer je het zou vast nemen laat het zich hangen alsof het levenloos is. Na enkele dagen loopt het kalfje dan mee met de moeder en de rest van de kalfjes in de kudde.

Voeding

De voeding van onze herten is uitsluitend op natuurlijke basis, zodat er nooit enige twijfel kan ontstaan dat onze dieren een bepaalde ziekte kunnen oplopen.
De herten eten voornamelijk gras en tijdens de wintermaanden hooi en witloofwortelen, waar ze zot van zijn en die tevens zeer voedzaam zijn. Die wortelen worden wel eerst grondig gewassen om alle aanwezige, vervuilde aarde te verwijderen.

Huisvesting

De huisvesting in de winter is volledig aangepast aan de behoeften van edelherten, zodat de herten het op een stressvrije manier uitstekend naar hun zin hebben, wat ten goede komt aan de kwaliteit van het vlees. Om de graasweides productief te houden en ze niet in de winter tot modderpoelen te herschapen, verblijven de herten in ruime frisse stallen. Doordat de herten van nature uit in de winter een dikke vacht hebben mogen de stallen niet warm zijn, want dat zou zeer ongezond zijn en de herten zouden er zich niet goed voelen. De stallen zijn gevuld met vers stro zodat ze niet op het harde beton moeten liggen. Tevens beschikken ze in die stallen over voldoende vers hooi en krijgen ze dagelijks hun portie wortels.
Aan de stallen is er een buitenbeloop voorzien, zodat ze kunnen kiezen of ze binnen of buiten gaan liggen. We hebben al gemerkt dat de herten hun grootste tijd buiten doorbrengen en slechts binnen gaan om te eten of bij erg gure wind of aanhoudende regen. Bij gewone vrieskou of sneeuw zul je ze zeker buiten zien.

Behandeling

Bij ons is er veel contact met de dieren. Dagelijks wordt er een kijkje genomen bij de verschillende groepen om te kijken of alles goed gaat, in het kalfseizoen wel meerdere malen per dag. Dat contact is ook om de herten vertrouwd te laten raken en vertrouwd te blijven aan de verschijning van de mens. Op die manier verwilderen de herten veel minder en zijn ze veel gemakkelijker te benaderen. Dit geeft veel voordelen, bijvoorbeeld wanneer een hert moet binnen gebracht worden bij een moeilijke bevalling. Het dier komt gemakkelijk mee en hoeft niet eerst verdoofd te worden. Het voorkomen van stress is een van onze belangrijkste aspecten en dit komt het hertenvlees ten goede.

Ook bij de bokken is het beter dat ze onze aanwezigheid gewoon zijn. Wanneer die binnen gebracht worden in de behandelingsruimte gaat dat veel vlotter
In onze behandelingsruimte staat een crush, dit is een mechanisch vangsysteem waarbij de herten tussen twee dikke matrassen komen die dan naar elkaar toe schuiven. Op die manier zit het hert vast en alleen de kop blijft boven de matrassen. Zo kunnen we gemakkelijk en zonder gevaar de bokken hun geweien zagen of de herten een oornummer geven.
Het is van groot belang dat de herten geen pijn of stress ondervinden. Wat voor de herten als voor een negatieve ervaring wordt beschouwd zullen ze altijd onthouden en bij een volgende behandeling geeft dat alleen maar problemen en weer stress die we te allen tijde willen vermijden.